Saldo

1
Bankwesen
  • Saldo
  • Saldo
  • SALDO
  • SALDO
  • SALDO, TEIL C
  • SALDO, DEEL C

Satzbeispiele & Übersetzungen

Saldo
Netto
Saldo
Nettoposities
Saldo
balans
Einnahmen, Ausgaben, Saldo
Credit, debet, netto
Zu finanzierender Saldo
Te financieren eindbedrag
Saldo 2006
Saldo 2006
Saldo des Haushaltsjahrs
Saldo voor het begrotingsjaar
Saldo des Haushaltsjahrs
Saldo van het begrotingsjaar
Saldo des Haushaltsjahres
Saldo voor het begrotingsjaar
Saldo des Haushaltsjahres
Saldo begrotingsjaar
Saldo des Haushaltsjahres
Saldo van het begrotingsjaar
Saldo des Haushaltsjahres
Balans van het begrotingsjaar
Saldo des Haushaltsjahres
Economisch resultaat van het jaar
Saldo des Haushaltsvollzugs
Saldo begrotingsuitvoering voor het begrotingsjaar
Berichtigter Saldo 2007
gecorrigeerd saldo 2007
Saldo 2007
Saldo 2007
den neuen Saldo;
het nieuwe saldo;
Saldo sonstige Effekte
Saldo andere bezittingen
Saldo des Geldkontos
Kasrekeningsaldo
Kumulierter Saldo
Cumulatief saldo
Aktueller Saldo
Huidig saldo

saldo (Nomen)

1

Saldo (n)

bankwezen