puur (Adjektiv)

1
onzin, versterkend woord
zuiver
3

massiv (a)

metalen
4
leugen
5

einfach (a)

voedsel, louter
6

rein (a)

zuiver, pure; unmixed, onzin, leugen, algemeen
onzin, leugen
8

nur (a)

louter
9

völlig (a)

versterkend woord, onzin
10

total (a)

onzin