Zustand (Nomen)

1

toestand (n)

Äußere, allgemein, Zeitpunkt, Umstände, status or condition, state of an object
  • Mechanischer Zustand
  • Mechanische toestand
  • Zustand
  • Toestand
  • Zustand A
  • Toestand A
2

conditie (n v)

health status of a patient, Äußere
Umstände
4

situatie (n)

one's status with regard to circumstances, Umstände

Satzbeispiele & Übersetzungen

Zustand
Stand
Belasteter Zustand
Ontspannen toestand
Belasteter Zustand
Aangespannen toestand
Allgemeiner Zustand
Algemene toestand
Allgemeiner Zustand
Alqemene staat
Funktions-zustand
Bedrijfstoestand
Physikalischer Zustand
Fysische toestand
Physikalischer Zustand
Fysische vorm
Zustand schadhaft
Toestand is slecht.
Zustand schadhaft.
Toestand is slecht.
Angabe der Leistungsaufnahme im Aus-Zustand und im unausgeschalteten Zustand;
het energieverbruik in de uitstand en de sluimerstand;
Angabe der Leistungsaufnahme im Aus-Zustand und im unausgeschalteten Zustand;
een vermelding van het elektriciteitsverbruik in de uitstand en de sluimerstand;
Leistungsaufnahme im Aus-Zustand und im unausgeschalteten Zustand
Stroomverbruik in de uitstand en de sluimerstand
Leistungsaufnahme im Aus-Zustand und im unausgeschalteten Zustand
Energieverbruik in de uitstand en de sluimerstand
Leistungsaufnahme im Aus-Zustand und im unausgeschalteten Zustand;
moet het energieverbruik in de uitstand en de sluimerstand worden vermeld;
gewichtete Leistungsaufnahme im Aus-Zustand und im unausgeschalteten Zustand;
het gewogen energieverbruik in de uitstand en de sluimerstand;
ZUSTAND
STAAT
Messung der Leistungsaufnahme im Ein-Zustand, Ruhezustand und Aus-Zustand
Verbruik meten in de Aan-, Slaap- en Uitstand
AUS-ZUSTAND
UITSTAND
Baulicher Zustand.
Toestand van de constructie.