DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für verschieben
verschieben (Verb)
1
verschuiven (v)
Bewegung, Zeit
- Sie kann das in Absatz 4 genannte Datum verschieben.
- Zij kan de in dat lid vastgestelde datum verschuiven.
2
Zeit
3
rollen (v)
Datenverarbeitung
4
verzetten (v)
Bewegung
5
verplaatsen (v)
Medizin, Bewegung
6
verdagen (v)
aufschieben
7
Zeit
Zeit
9
opschorten (v)
Zeit
10
uitstellen (n v)
put off until a later time, aufschieben, Zeit
- Es kann die Abstimmung auf die folgende Sitzung verschieben.
- Het kan de stemming tot de volgende vergadering uitstellen.
Satzbeispiele & Übersetzungen
Diese Zeitpunkte sind daher zu verschieben.
Derhalve moeten de termijnen worden verlengd.
Die genannten Zeitpunkte sind daher zu verschieben.
Derhalve moeten de termijnen worden verlengd.
Es ist daher notwendig, diese Zeitpunkte zu verschieben.
Derhalve moeten de termijnen worden verlengd.
entscheidet, seinen Antrag aufzugeben oder sein Projekt zu verschieben.
zijn aanvraag intrekt of zijn project uitstelt.
Man solle die Abstimmung daher auf Mittwoch verschieben.
Worden de koolstofkredieten dan teruggegeven?
Man solle die Abstimmung daher auf Mittwoch verschieben.
Hernández Mollar adviseert daarom om morgen eerst te luisteren naar wat Commissaris Patten te zeggen heeft.
auf Montag Abend zu verschieben
Het woord wordt gevoerd door