DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für tauschen
2
Person
3
in de maling nemen (n v)
to trick; to make a fool of someone, Betrug
4
ertussen nemen (v)
Betrug
5
belazeren (v)
Betrug
6
beduvelen (v)
Betrug
Betrug, trick or mislead, to trick; to make a fool of someone, Person
8
bedotten (v)
Schwindel, Betrug
9
beetnemen (v)
Betrug
10
oplichten (v)
Person
Satzbeispiele & Übersetzungen
Sie tauschen alle sachdienlichen Informationen aus.
Zij wisselen alle relevante informatie uit.
Insbesondere tauschen sie Informationen aus und arbeiten bei Ermittlungen zusammen.
Zij wisselen met name informatie uit en werken samen bij onderzoeksactiviteiten.
Sie konsultieren einander und tauschen Informationen aus.
Zij plegen overleg en wisselen informatie uit.
Die Banken hingegen tauschen Gold gegen Geld ein.
Banken wisselen echter goud in tegen geld.
Sie tauschen insbesondere Informationen aus und arbeiten bei allen Ermittlungen zusammen.
Zij wisselen met name informatie uit en werken samen bij onderzoekactiviteiten.
tauschen Informationen aus und
en informatie uitwisselen,
Unbeschadet Absatz 1a tauschen die
Onverminderd het bepaalde in lid 2, vervangen de lidstaten