richten (Verb)

1

richten (v)

Richtung
2
Richtung

Satzbeispiele & Übersetzungen

- Empfehlungen an die Beteiligten richten,
- aanbevelingen doen aan de betrokkenen;
- Empfehlungen an die Beteiligten richten und
- aanbevelingen doen aan de betrokkenen; en
zu richten, der darauf antwortet.
, die hierop ingaat.
Mitgliedstaaten richten
De lidstaten zetten
an die Kommission richten
aan de Commissie
Die Mitgliedstaaten richten Ausbildungs- und
De lidstaten stellen opleidings- en
die Kommission richten.
Commissie advies uitbrengen
zu richten.
kunnen opvragen
Anfragen zur schriftlichen Beantwortung richten.
vragen stellen met verzoek om schriftelijk antwoord.
richten die Mitgliedstaaten
de lidstaten meldpunten
Wirtschaftssektors richten.
sector worden gebruikt.
Wirtschaftssektors richten
sector worden

richten (Verb | Nomen)

1

senden (v)

telecommunicatie
2

richten (v)

richting
3

zielen (v)

richting, to point or direct a missile weapon
4
algemeen
5

Zielen (n)

richting