NL Niederländisch Wörterbuch 2551 bis 2600
- nipje
- notering
- niet aan iemands verwachtingen beantwoorden
- niet veel bezocht
- nukken
- natte sneeuw
- niet schuldig
- nondescript
- niet te beschrijven
- niet zo vlug van begrip zijn
- naar wens zijn
- naar believen zijn
- niet vaak
- naar beneden brengen
- neerkomen op
- naar voren buigen
- nog wat onwennig staan tegenover
- nietsbeduidend
- nietsbeduidendheid
- nauwkeurige lezing
- natuurlijke reactie
- neologisme
- naar buiten gedraaide platvoet
- nijpend
- naaldhak
- nop
- noodklok
- neergang
- naar het zuiden
- neuriën
- necrologie
- nergens toe leiden
- naambordje