NL Niederländisch Wörterbuch 2351 bis 2400
- neerslag
- neerslaan
- neerduiken
- neertrappen
- nijnagel
- nijdnagel
- niemand
- nier
- nier-
- nefritisch
- nefritis
- nierontsteking
- niersteen
- niesbui
- niezen
- nies
- nooit meer
- nihilisme
- nihilist
- nihiliste
- nihilistisch
- nicotine
- Nijl
- nijlpaard
- nippen
- nergens
- nirvana
- nirwana
- nis
- neet
- nitraat
- nitroglycerine
- Nobelprijs
- noch
- nog steeds