NL Niederländisch Wörterbuch 3751 bis 3800
- mondeling
- mond- en klauwzeer
- monding
- mondvol
- mondspoeling
- mangoest
- mangoeste
- mungo
- munitie
- monter
- muntstuk
- munttelefoontoestel
- munt- en penningkunde
- muntkunde
- murmelen
- murmureren
- marmot
- mopperen op
- mopperen over
- mossel
- museum
- museumbeheerder
- museumbeheerster
- muzikaal
- muzikaal vakmanschap
- muzikant
- musicus
- musicienne
- muzikante
- muziekinstrument
- muzieknoot