NL Niederländisch Wörterbuch 3901 bis 3950
- inwonen bij
- ijdele hoop
- in stukken snijden
- in stukken hakken
- in aantal overtreffen
- insolvent
- insolventie
- illusioniste
- in de prak rijden
- in de war maken
- interest
- invoerrecht
- inch
- invoerhaven
- in zekere mate
- ineenstorten
- in de dodencel
- in kwestie
- in elkaar flansen
- in elkaar timmeren
- in elkaar zetten
- ineenzakken
- ineendraaien
- ingrediënt
- insinueren
- interval
- ijs op een stokje