NL Niederländisch Wörterbuch 2351 bis 2400
- hoofdrolspeelster
- hoofdvak
- hoofdfilm
- hoofdgerecht
- hoofdschotel
- hoofdcommissaris
- het ergste
- hoofdkwartier
- heersende stroming
- hoofdrol
- hoofdzin
- hoofdstad
- hoofdstraat
- hoofdweg
- huiswerk
- huiszoeking
- huisvrouw
- huishoudster
- huisvuil
- huishoudelijk afval
- huishoudgeld
- huishoudapparaten
- huiselijk
- huishoudelijk
- huiselijk man
- huismus
- huisbewaarster
- huisnummer
- hegemonie
- hé