NL Niederländisch Wörterbuch 2051 bis 2100
- een fout maken
- een glimp opvangen van
- een heel groot verschil maken
- een hemelsbreed verschil maken
- een huwelijksaanzoek doen
- een klap geven
- een mep geven
- een compromis sluiten
- een koprol maken
- een scherp verstand hebben
- etalages gaan kijken
- een pruimemondje trekken
- een verkoudheid hebben
- ergens op slaan
- een stijve nek krijgen
- een bon geven
- een striptease uitvoeren
- een tunnel graven in
- een tunnel graven door
- een tunnel graven onder
- een kaft doen rond
- een stofomslag doen rond
- een omweg maken
- een ongeluk hebben
- een ongeval hebben
- een onderscheid maken tussen
- een verschil maken tussen
- een poging waard zijn
- een voorraad aanleggen
- een voorraad inslaan van
- een toespraak houden
- een voordracht houden