DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für Mangel
Mangel (Nomen)
1
gebrek (n)
Recht, Menge, Fehlen, Gegenstände, Fehler
- Mangel
- Gebrek
- erheblicher Mangel 10,
- groot gebrek 10
- Mangel an klaren Zielsetzungen
- Gebrek aan duidelijke doelstellingen
2
defect (n)
Fehler, Gegenstände
- der Mangel beseitigt ist oder
- het defect is verholpen, of
3
gemis (n)
Menge
4
tekortkoming (n)
allgemein
- LPIS-Mangel
- Tekortkoming in het LPIS
5
schaarste (n)
Menge, allgemein, scarcity, the condition of something being scarce or deficient
6
hiaat (n)
Fehlen
7
lacune (n)
Fehlen
8
tekort (n)
lack (of), Fehlen, Fehler, Menge
- Cu-Mangel
- Cu-tekort
- Fe-Mangel
- Fe-tekort
- Mg-Mangel
- Mg-tekort
allgemein
10
allgemein
Satzbeispiele & Übersetzungen
Mn-Mangel
Mn-tekort
K-Mangel
K-tekort
N-Mangel
N-tekort
B-Mangel
B-tekort
Mangel eines wirtschaftlichen Vorteils
Geen economisch voordeel
Mangel an Transparenz und Einfachheit
Gebrek aan transparantie en eenvoud
o Mangel an erfolgreichen Unternehmen
o gebrek aan of aanwezigheid van succesvol ondernemerschap
bzw. den schwerwiegenden Mangel
, dan wel het aldaar bedoelde ernstig te kort schieten
Mangel an funktionierenden Infrastrukturen,
geen degelijke infrastructuur,