kontrollieren (Verb)

Vergleich, Auskunft, Tatsache
Tatsache, Vergleich, Regel, Einfluss, Gesellschaft
  • Die Mitgliedstaaten kontrollieren die Daten.
  • De lidstaten controleren de gegevens.
  • Wir kontrollieren die Erde.
  • Wij controleren de aarde.
Regel
Tatsache
Auskunft, Tatsache, Vergleich
6

nagaan (v)

Auskunft, Tatsache, Vergleich
7

leiden (v)

Gesellschaft
Landvermessung, untersuchen
Landvermessung
Landvermessung

Satzbeispiele & Übersetzungen

dem Navigationssystem erfassten Daten zu kontrollieren.
het navigatiesysteem.
VERWALTEN UND KONTROLLIEREN DES BETRIEBSHANDBUCHS
ADMINISTRATIE EN BEHEER VAN HET VLUCHTHANDBOEK
Sie kontrollieren also gemeinsam SPE.
Zij oefenen de gezamenlijke zeggenschap uit over SPE.
Nur bestimmte Calciumphosphate sind zu kontrollieren.
Slechts bepaalde calciumfosfaten zijn aan controle onderworpen.
- dem Navigationssystem erfassten Daten zu kontrollieren.
- het navigatiesysteem.
EU-Landwirtschaftsfonds besser kontrollieren
Betere controle van de EU-landbouwfondsen
Die ganze Nahrungsmittelkette kontrollieren
Handhaving van intellectuele-eigendomsrechten
Wer wird sie kontrollieren? 3.
Wie controleert deze netwerken? 3.
VERWALTEN UND KONTROLLIEREN DES BETRIEBSHANDBUCHES
ADMINISTRATIE EN BEHEER VAN HET VLUCHTHANDBOEK
anzuwenden, durchzusetzen und zu kontrollieren,
toepassing, naleving en controle
und kontrollieren
en te toetsen