Gruppe (Nomen)

1

groep (n)

Mathematik, allgemein, Sammlung, Person, Militär, Leute, Kategorie, in group theory, number of things or persons being in some relation to each other, column in the periodic table
  • Bildet der Emittent Teil einer Gruppe, kurze Beschreibung der Gruppe und der Stellung des Emittenten innerhalb dieser Gruppe.
  • Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt.
  • Bildet der Emittent Teil einer Gruppe, kurze Beschreibung der Gruppe und der Stellung des Emittenten innerhalb dieser Gruppe.
  • Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die de uitgevende instelling daarin inneemt.
  • Gruppe
  • Groep
2
Leute
3
Leute
  • Ist der Emittent Teil einer Gruppe, kurze Beschreibung der Gruppe und der Stellung des Emittenten innerhalb dieser Gruppe.
  • Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt.
  • Die Gruppe benennt eines ihrer Mitglieder als Leitinstitut der Gruppe.
  • De groep stelt een groepslid aan als de leidende instelling voor de groep.
Vereinigung
Vereinigung
militärisch
Trupp
Trupp
9

hoop (n)

Leute
10

sectie (n)

militärisch

Satzbeispiele & Übersetzungen

Gruppe
Categorie marktdeelnemers
Gruppe
Omschrijving productgroep
Gruppe
Klasse
Gruppe
Populatie
GRUPPE
Groep
GRUPPE
GROEP
Jede AL-Gruppe ernennt einen Leiter der AL-Gruppe.
Elke AL-groep benoemt een AL-groepsbeheerder.
GRUPPE I UND GRUPPE II
GROEPEN I EN II
Beitritt zur Gruppe, Austritt bzw. Ausschluss aus der Gruppe
Toetreding tot, terugtrekking uit en uitsluiting uit de Groep
BEZIEHUNG ZWISCHEN DER SINOGLORY-GRUPPE UND DER GUSHEN-GRUPPE
VERBAND TUSSEN DE SINOGLORY-GROEP EN DE GUSHEN-GROEP