Glauben

Vertrauen
2
Vertrauen, allgemein, mental acceptance of a claim as truth, religious faith, religious or moral convictions

Satzbeispiele & Übersetzungen

TREU UND GLAUBEN UND RECHTSMISSBRAUCH
GOEDE TROUW EN MISBRUIK VAN RECHT
Treu und Glauben und Missbrauch von Rechten
Goede trouw en rechtsmisbruik
Die Menschen glauben gerne gemeinsam an dieselben Illusionen.
Mensen koesteren graag dezelfde illusies.
Sonderberichterstatterin zu Religionsfreiheit und Glauben
Bijzondere rapporteur inzake vrijheid van godsdienst en overtuiging
Glauben Sie, dass Julija Timoschenko die Wahl anfechten wird?
Denkt u dat Timosjenko de resultaten van de verkiezingen zal aanvechten?
Ich konnte kaum glauben, dass es funktionierte.
Ik kon niet geloven dat het werkte.
Allgemeine Klausel von Treu und Glauben
Algemene clausule inzake goede trouw en billijke behandeling
und von Treu und Glauben
en goede trouw
im guten Glauben
te goeder trouw