DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für Gewinn
Gewinn (Nomen)
1
winst (n)
Erlös, allgemein, Spielen, Betriebswirtschaft, Gesellschaft, Ertrag, what one gains (profit)
- Gewinn als Besteuerungsgrundlage
- De eis dat er winst gemaakt moet worden om belastingplichtig te zijn
- Mit Gewinn
- Wel winst
- Ohne Gewinn
- Geen winst
Satzbeispiele & Übersetzungen
Gewinn- und Verlustrechnung
Resultatenrekening
Gewinn- und Verlustrechnung
Winst-en-verliesrekening
Gewinn- und Verlustrechnung
Winst- en verliesrekening
Gewinn- und Verlustrechnung
winst- en verliesrekening
Gewinn vor Steuern
Winst voor belasting
Gewinn- und Verlustrechnung;
winst-en-verliesrekeningen;
Unfallbedingter Gewinn
Accidentele aanwinst
Insgesamt lag der Gewinn im gesamten Bezugszeitraum weit unter dem normalen Gewinn.
Over het geheel genomen lag de winst gedurende de hele beoordelingsperiode ver onder de normale winst.
Gewinn oder Verlust;
winst of verlies;
Gewinn
Resultaten
Gewinn
Winst
Gewinn
Besparing
Operativer Gewinn
Operationele winst
Angemessener Gewinn
Redelijke winst
Betriebs-gewinn
Bedrijfs-resultaat
Netto-gewinn
Nettowinst
Netto-gewinn
Netto winst
Brutto-gewinn
Winst over de verkoop
Gewinn aus Verkauf
Winst over verkoop
Unerwarteter Gewinn
Uitzonderlijke winst
Erwarteter Gewinn
Verwachte winst