NL DE Niederländisch Deutsch Übersetzungen für gebruik
2
Nießbrauch (n)
rechten
3
Handhabung (n)
werktuigen
4
Genuss (n)
rechten
5
Sitte (n adj v)
long-established practice, gewoonte, algemeen
6
Gewohnheit (n)
gewoonte
7
Brauch (n adj v)
long-established practice, gewoonte, algemeen
8
Angewohnheit (n)
gewoonte
9
Anwendung (n v)
act of using, toepassing, algemeen
10
Gebrauch (n)
werktuigen, toepassing, manier van gebruik, algemeen, act of using