festsetzen (Verb)

1
To prove and cause to be accepted as true; to establish a fact; to demonstrate, Zeit
  • einen einheitlichen Annahmesatz der beantragten Mengen festsetzen,
  • een uniform percentage van aanvaarding van de gevraagde hoeveelheden vaststellen;
  • eine geeignete Frist festsetzen.
  • een passende termijn vaststellen.
Zeit, to determine
Zeit
allgemein
Zeit, allgemein, Übereinkunft

Satzbeispiele & Übersetzungen

Zuvor melden sie der Kommission, welchen Umfang sie festsetzen wollen.
Zij stellen de Commissie vooraf in kennis van het percentage dat zij voornemens zijn toe te passen.
Vollstreckung der Entscheidungen, die Kosten festsetzen
Tenuitvoerlegging van beslissingen tot vaststelling van de kosten
Die Kommission sollte die betreffende Obergrenze festsetzen.
Het desbetreffende maximum dient door de Commissie te worden vastgesteld.
zahl festsetzen.
aantal leden voorschrijven.