DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für Fahrrad
2
fiets (n)
Fahrzeuge, bicycle, vehicle
- Das fertig montierte Fahrrad muss sich beim Fahren, Bremsen, Abbiegen und Lenken stabil verhalten.
- Een complete fiets moet stabiel rijden en goed kunnen remmen, draaien en sturen.
- Fahrrad-, Tauch-, Lauf-, Rudercomputer usw.
- Fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke
Satzbeispiele & Übersetzungen
SIMPLON Fahrrad GmbH, Oberer Achdamm 22, A-6971 Hard;
SIMPLON Fahrrad GmbH, Oberer Achdamm 22, A-6971 Hard;
Baronia-Fahrrad GmbH, Weher Str. 81-83, D-32369 Rahden
Baronia-Fahrrad GmbH, Weher Str. 81-83, D-32369 Rahden
Probefahren mit elektrischem Fahrrad und Elektro-Bus.
Zo zouden de verwarmings- en airconditioningsystemen en de isolatie verbeterd kunnen worden.