entschlossen (Adjektiv)

1
Benehmen
  • ENTSCHLOSSEN,
  • VASTBESLOTEN
  • Sind die Mitgliedstaaten ihres Erachtens entschlossen, derartige Eingriffe vorzunehmen?
  • Is zij van mening dat de lidstaten vastbesloten zijn dergelijke maatregelen aan te nemen?
2
Antwort
3

kordaat (o)

entschieden
4
Antwort
5

resoluut (o)

entschieden, Benehmen
Benehmen
7
entschieden, Benehmen
Antwort
9

beslist (a)

Benehmen

Satzbeispiele & Übersetzungen

Die Niederlande leugneten jedoch entschlossen alles ab.
Echter, Nederland heeft steevast ontkend.
Entschlossen gegen Steueroasen vorgehen
Steun voor Centraal- en Oost-Europa
Der Rat ist auch weiterhin fest entschlossen, diesen Rahmenbeschluss umzusetzen.
De Raad zal zich voor de uitvoering daarvan blijven inzetten.
Eine solche Situation muss entschlossen angeprangert und verurteilt werden.
Deze praktijken moeten tot de bodem worden uitgezocht en aan de kaak worden gesteld.