Woxikon / Wörterbuch / Deutsch Niederländisch / D / dicht

DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für dicht

dicht (Adjektiv)

1

dik

schwer, Haar, Rauch
2

compact (a)

allgemein
3

opeengepakt

allgemein, dense
4

naburig

Position
5

intiem

Verhältnis
6

hecht

Verhältnis
7

dicht

Verhältnis, allgemein, dense, densely crowded or packed, schwer
  • dicht
  • dicht
  • Die gesamte Vielfalt der Daten wird sehr dicht auf Speichermedien abgelegt.
  • Alle uiteenlopende gegevens worden zeer dicht op opslagmedia ingevoerd.
  • Doe Maar Dicht Maar
  • Doe Maar Dicht Maar
8

zwaar (a)

schwer
9

nauw

Verhältnis
10

nabij

Position

Satzbeispiele & Übersetzungen

Dicht besiedeltes Gebiet
Dichtbevolkt gebied
Dicht besiedeltes Gebiet
1 Wonend in een dichtbevolkt gebied
dicht besiedeltes Gebiet,
dichtbevolkt gebied,
in dicht besiedelten Gebieten;
wonend in dichtbevolkte gebieden;
b. hermetisch dicht; oder
b. gasdicht; of
- Verbesserung der Lebensbedingungen in den dicht besiedelten Teilen der benachteiligten Gebiete;
- verbetering van de leefomstandigheden in dichtbevolkte gebieden in armere streken;
Der Umkreis von 50 Kilometern ist an dicht besiedelte Gebiete angepasst.
De afstand van 50 km. is specifiek gericht op dichtbebouwde omgevingen.
Das Jahr 2015 steht uns dicht bevor.
Het is al bijna 2015.
dicht besiedeltes Gebiet
dichtbevolkt gebied

NL DE Niederländisch Deutsch Übersetzungen für dicht

dicht (Adjektiv)

1

schwer (a)

zwaar
2

dicht (a)

algemeen, dense, densely crowded or packed, relatie, zwaar
3

eng (o)

relatie
4

dick (a)

zwaar