DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für Chance
Chance (Nomen)
1
kans (n)
wahrscheinlich, Gelegenheit, Möglichkeit, Situation, an opportunity or possibility
- 2. Umweltschutz, eine wirtschaftliche Chance?
- 2. Het milieu als een kans voor de economie?
- Bedauerlicherweise wurde diese Chance verpasst.
- Het valt te betreuren dat deze kans niet gegrepen werd.
- Das ist eine vergebene Chance.
- Dit is een gemiste kans.
2
mogelijkheid (n v adj)
an opportunity or possibility, Möglichkeit
Erfolg
4
gelegenheid (n v adj)
an opportunity or possibility, Gelegenheit
5
bof (n)
Erfolg
Satzbeispiele & Übersetzungen
Demografischen Wandel auch als Chance begreifen
Demografische uitdagingen en solidariteit tussen de generaties
Demografischen Wandel auch als Chance begreifen
aanpassing van het financieringssysteem van de Europese politieke partijen;
Demografischen Wandel auch als Chance begreifen
De richtlijn betreft ook de wachtdiensten.
Jetzt gebe es trotzdem eine Chance.
Maes vraagt Solana om meer te doen.