Bewohner

Mann
Haus - Mann, Mann, an inhabitant of a place; one who dwells in, occupant
  • Zahl der Bewohner
  • Aantal bewoners
  • Zahl der Bewohner, Wohnungsdichte
  • Aantal bewoners, bewoningsdichtheid
  • Bewohner einer Gemeinschaftsunterkunft
  • Bewoners van een collectief woonverblijf
Mann
  • Anzahl der potenziell betroffenen Bewohner;
  • het aantal potentieel betrokken inwoners;

Satzbeispiele & Übersetzungen

Bewohner einer sonstigen Wohneinheit und Obdachlose
Bewoners van een andere wooneenheid en thuislozen
Bewohner einer sonstigen Wohneinheit
Bewoners van een andere wooneenheid
Bewohner und der Anwohner
en veiligheid