beinahe (Nomen | Adjektiv)

1

bijna (n)

fast, very close to
  • Daneben betreibt sie beinahe die gesamte Palette der sonstigen Bank- und Bankdienstleistungen.
  • Daarnaast verstrekt BB bijna het volledige gamma van overige bankproducten en -diensten.
  • Dies wurde durch ein Beinahe-Blackout im August klar demonstriert.
  • Een bijna-black-out in augustus heeft dit duidelijk aangetoond.
  • Das Kraftwerk umfasst ein Gebiet von beinahe 1000 Quadratkilometern.
  • Het complex beslaat een gebied van bijna 1000 km2.
2

vrijwel (o)

fast, very close to, allgemein
  • Beinahe alle Wirtschaftsindikatoren zeigen eine insgesamt negative Entwicklung im Bezugszeitraum.
  • Vrijwel alle economische indicatoren gaven in de beoordelingsperiode een negatieve trend te zien.
  • Beinahe jeden Tag
  • 4 Vrijwel elke dag
  • Diese Information wird beinahe in Echtzeit geliefert.
  • Deze informatie wordt vrijwel realtime gegeven.
3

zo goed als (adv n)

very close to, fast
4
allgemein
Menge
6

praktisch (o)

allgemein
7
Menge
8

geschat (a)

Menge

Satzbeispiele & Übersetzungen

Wie beurteilt sie die beinahe gleichzeitige Umstrukturierung des Streckennetzes der beiden Unternehmen?
Wat vindt de Commissie van deze bijna gelijktijdige herstructurering van het netwerk van beide maatschappijen?
Seit 2003 haben beinahe 500 Familien die Stadt verlassen.
Sinds 2003 verlieten bijna 5000 gezinnen de stad.
Dank des Sozialtourismus kann beinahe jeder an Reisen teilnehmen.
Door sociaal toerisme worden zoveel mogelijk mensen in staat gesteld aan toerisme deel te nemen.