aufbewahren (Verb)

1

bewaren (v)

Essen
  • Aufbewahren von Wiegedokumenten
  • Bewaren van de weegregisters
Vorrat, Dokument
aufsparen
4
Dokument
Vorrat, aufsparen
Dokument

Satzbeispiele & Übersetzungen

Gegebenenfalls aufbewahren.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Aufbewahren der Wiegedokumente
Bewaring van weegdocumenten
Der Antragsteller kann eine Abschrift der Bescheinigung aufbewahren.
De aanvrager mag een kopie van de verklaring houden.
Der Antragsteller kann eine Abschrift der Bescheinigung aufbewahren.
De aanvrager mag een afschrift van de verklaring houden.
Nicht in der Reichweite von Kindern aufbewahren
Buiten bereik van kinderen houden