akzeptabel (Adjektiv | Adjektiv)

1
Weise, Qualität, annehmbar, gut, colloquial: all right, acceptable
  • Nur langfristige ECAI-Garantenratings sind akzeptabel.
  • Slechts EKBI-langetermijnbeoordelingen van garanten zijn aanvaardbaar.
  • Sie ist deshalb zufriedenstellend und akzeptabel.
  • Daarom is het toereikend en aanvaardbaar.
  • Sie ist daher zufriedenstellend und akzeptabel.
  • Daarom is het voorstel toereikend en aanvaardbaar.
2

patabel (adj n v)

colloquial: all right, acceptable
3

okee (adj n v)

colloquial: all right, acceptable
4

aannemelijk (adj)

capable or deserving to be admitted, accepted or allowed; allowable, permissible, acceptable
5

in orde (adj n v)

colloquial: all right, acceptable
6

goed (adj adv n v)

being acceptable, adequate, passable, or satisfactory
7
gut
8

redelijk (a)

gut, annehmbar
9
gut, colloquial: all right, acceptable, capable or deserving to be admitted, accepted or allowed; allowable, permissible, acceptable, annehmbar
  • Dies gilt unter EMV-Gesichtspunkten als akzeptabel.
  • Dit moet acceptabel worden geacht met het oog op elektromagnetische compatibiliteit.
10

voldoende (a)

Qualität

Satzbeispiele & Übersetzungen

Diese Argumentation ist nicht akzeptabel.
Dit argument kan niet worden aanvaard.
Dieses Argument ist nicht akzeptabel.
Dit argument kan niet worden aanvaard.
Das ist nicht akzeptabel.
Dit is niet aanvaardbaar.
14 Tage scheinen daher akzeptabel.
Veertien dagen lijken dan ook aanvaardbaar.
Dies ist nicht akzeptabel.
Dat is onaanvaardbaar.
Dieses Verfahren sei nicht akzeptabel.
Hier ligt een bijzondere verantwoordelijkheid voor het voorzitterschap.
Und das ist nicht akzeptabel.
Dat is onaanvaardbaar.
Die jetzige Situation sei nicht akzeptabel.
Lamy moet met een betere oplossing komen.