schokken (Verb | Nomen)

1
gevoelens
2
gevoelens, transitive: to disturb emotionally
beweging
4

beben (v)

gebouw
5

wackeln (v)

gebouw
6

zittern (v)

gebouw
7
hobbelen
8
gevoelens
9

entsetzen (v)

gevoelens
10

Rütteln (n)

hobbelen