oplichten (Verb)

1

aufheben (v)

2

beschwindeln (v n)

to defraud someone
3

betrügen (v)

misdaad, persoon, to defraud or embezzle
4

prellen (v)

5
misdaad
6

begaunern (v)

misdaad
7
persoon
8

täuschen (v)

persoon
9
verlichting
10
verlichting