opleggen (Verb | Nomen)

1
dwingen
2

zwingen (v)

dwingen
3

auftragen (v)

aanbrengen
4

erheben (v)

belastingen heffen
5

gebieten (v)

bevelen
6
aanbrengen
7
aanbrengen
8
belastingen, belastingen heffen, bevelen, regel, straf
9

diktieren (v)

regel
10

Vorladung (n)

rechten