leiden (Verb)

1

lijden (v)

psychisch, Schmerz, to undergo hardship, to feel pain
  • sie an symptomatischer Hypotonie leiden oder
  • zij aan symptomatische hypotensie lijden, of
  • Aber Leiden bereichert uns.
  • Maar lijden verrijkt ons.
2

ondergaan (n adj adv v)

to put up with, Schmerz
Person
4

doorstaan (v)

Schmerz
5

rieken (v)

Person
6

ruiken (v)

Person
7

luchten (v)

Person

Satzbeispiele & Übersetzungen

An Fibromyalgie leiden vor allem Frauen.
Fibromyalgie treft hoofdzakelijk vrouwen.
Krankheiten und Leiden
Ziekten en aandoeningen

leiden (Verb | Nomen)

1

leiten (v)

persoon, muziek, lead or guide, begeleiden, bedrijf, aanvoeren
2

regieren (v)

politiek, (''intr.'') to exercise political authority
3

betreiben (v)

bedrijf
4
muziek
5

herrschen (v)

politiek
bedrijf
7

steuern (v)

bedrijf
8

anführen (v)

aanvoeren
9
positie
10

Leitung (n)

richting