DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für Familie
Familie (Nomen)
1
familie (n)
Leute, Soziologie, allgemein, rank in a taxonomic classification, above both genus and species, linguistics: a group of languages believed to have descended from the same ancestral language, immediate family, e.g. parents and their children, group of people related by blood, marriage, law, or custom
- FAMILIE
- FAMILIE
- Familie
- Familie
- Arten der Familie Suidae
- Soorten van de familie Suidae
2
gezin (n)
Haushalt, immediate family, e.g. parents and their children
- Stellung in der Familie
- Positie in het gezin
- Die Rolle der Familie
- Rol van het gezin
- Politik bereich Familie
- Beleidsector gezin
3
gezinsleden (n)
Leute
4
huisgezin (n)
Haushalt
Satzbeispiele & Übersetzungen
Familie
Familienaam
Garnelen der Familie Penaeidae
Garnalen van de familie Penaeidae
Garnelen der Familie Pandalidae
van de familie Pandalidae
Salmo salar, Arten der Familie der Merlucciidae und der Familie der Gadidae.
Salmo salar, soorten die behoren tot de familie Merlucciidae, soorten die behoren tot de familie Gadidae.
Botanische Familie
Botanische familie
Straftaten gegen die Familie
Strafbare feiten tegen het familierecht
Angaben zur Familie
Gezinsgegevens
Y25-Familie,
Y25-familie;
Familie;
familie;
Nicht ihre Familie.
Haar familie niet.
Studium trotz Familie
Verzoening gezinsleven en studie
NL DE Niederländisch Deutsch Übersetzungen für familie
familie (Nomen)
1
Familie (n)
algemeen, group of people related by blood, marriage, law, or custom, immediate family, e.g. parents and their children, linguistics: a group of languages believed to have descended from the same ancestral language, mensen, rank in a taxonomic classification, above both genus and species
2
Hausgemeinschaft (n)
mensen