enorm (Adjektiv)

1

huizehoog (a)

Höhe
2

enorm (a)

Höhe, Menge, allgemein, Grad, Größe
  • Ihre Verluste aufgrund der Internet-Piraterie sind enorm.
  • De verliezen die zij lijden door internetpiraterij zijn enorm.
  • Der Anstieg der Treibhausgasemissionen im Flugverkehrssektor ist enorm.
  • De uitstoot van broeikasgassen is in de luchtvaartsector enorm toegenomen.
Grad
4
Größe
  • Polen war in den vergangenen 20 Jahren politisch und wirtschaftlich enorm erfolgreich.
  • De laatste 20 jaar heeft Polen een groot economisch en politiek succes gekend.
  • Die wirtschaftliche Tragweite ist enorm.
  • Het economisch belang van de sector is dus buitengewoon groot.
Grad
Höhe
Größe, Höhe
Größe, Höhe
Größe, Höhe
10
Größe

Satzbeispiele & Übersetzungen

Es geht um enorm vielschichtige und gigantische Herausforderungen, die sich international stellen.
Het gaat om internationale uitdagingen van een kolossale omvang en complexiteit.
Auch die absehbaren wirtschaftlichen Vorteile sind enorm.
Ook de economische voordelen zijn niet van de lucht.
Der Sextourismus expandiert enorm.
Het seksueel toerisme bloeit als nooit tevoren.
All dies kostet enorm viel Zeit und Geld.
Dit alles kost echter veel tijd en geld.
In den letzten Jahren ist die Zahl von Familienrechtssachen enorm gestiegen.
De laatste jaren is in de Europese Unie een grote toename te zien geweest van zaken die betrekking hebben op het familierecht.
In zahlreichen Mitgliedstaaten hat die Jugendarbeitslosigkeit enorm zugenommen.
In tal van lidstaten is de jeugdwerkloosheid naar recordhoogte gestegen.
In steuerrechtlicher Hinsicht bleibt noch enorm viel zu tun.
Op fiscaal gebied blijft er een nog een berg werk te verzetten.

enorm (Adjektiv)

1

ungeheuer (a)

grootte, obstakel
2

riesig (a)

hoogte, grootte
3

kolossal (a)

hoogte, grootte, algemeen
4
hoogte, grootte
5

gewaltig (a)

obstakel, hoogte, grootte
hoeveelheid
7
grootte
8

groß (a)

grootte
9

enorm (a)

hoogte, hoeveelheid, grootte, graad, algemeen
10

höchst (o)

algemeen