Boot (Nomen)

1
nautisch
  • Boot
  • Boot
  • Wenige Stunden nach dem Ablegen fehlte von dem Boot jede Spur.
  • Een paar uur na vertrek was de boot spoorloos verdwenen.
  • Boot- oder Schiffwaden
  • Bootzegens
2

vaartuig (n)

craft, nautisch
  • Von Boot gezogene Dredgen
  • Door een vaartuig gesleepte kor
  • Von Boot eingesetzte Handdredgen
  • Vanaf een vaartuig bediende handkor

Satzbeispiele & Übersetzungen

U-Boot- und Torpedonetze;
Onderzeeboot- en torpedonetten.

boot (Nomen)

1

Boot (n)

nautisch