NL DE Niederländisch Deutsch Übersetzungen für afwezigheid
2
verstrooidheid
3
Zerstreutheit (n)
verstrooidheid
4
Abwesenheit (n)
lack; deficiency; nonexistence, persoon, state of being away
5
Hirngespinste (n)
dagdromen
6
Absenz (n)
state of being away