afronden (Verb | Nomen)

1

beenden (v)

tot een einde brengen
2
tot een einde brengen, vergadering
3

ergänzen (v)

tot een einde brengen
4

vollenden (v)

bekronen, tot een einde brengen
5
vergadering
6

abwickeln (v)

vergadering
7

abrunden (v)

bedrag, bekronen
8
bekronen
9

Abrundung (n)

technisch
10

aufrunden (v)

bedrag