schudden (Verb | Nomen)

1

mischen (v)

spelen - kaarten, to put in a random order
beweging
3

rumpeln (v)

beweging
4

beben (v)

gebouw
5

wackeln (v)

gebouw
6

zittern (v)

gebouw
7

rütteln (v)

vloeistof
8
hand, transitive: to cause to move, vloeistof
9
beweging
10

Mischen (n)

spelen - kaarten