rot (Adjektiv)

1

rood (a)

Blut, Farbe, Haar, Verlegenheit, bunt, red ''(adj.)''
  • Marche g.g.A. rot
  • Marche IGT rood
  • Grenze gegen Rot
  • grenswaarde naar rood
  • Grenze gegen Rot
  • Grenswaarde naar rood
Verlegenheit

Satzbeispiele & Übersetzungen

Grenze gegen Rot
grens aan roodzijde
Bremsleuchte rot
stoplicht rood
Schlussleuchte rot
achterlicht rood
Nebelschlussleuchte rot
mistachterlicht rood
Rot
Rood
Rot
rood
Eisenoxide Rot 77491
IJzeroxide-rood 77491
Eisenoxide Rot Fe2O3
IJzeroxide-rood Fe2O3
rot
Wit
rot
Rood
rot
rood
gelb oder rot
ambergeel of rood
Rot Gefahr
rood gevaar;
Rot x
Rood x
Eisenoxid Rot
Ijzeroxide rood
rot-violett,
paarsig rood;
rot;
rood;

rot (Adjektiv)

1
weer
2

elend (a)

gevoelstoestand
3
gevoelstoestand
4

faul (a)

bedorven, decayed, gone bad, ei
5

verdorben (a)

bedorven, ei
6

verfault (a)

bedorven, decayed, gone bad