NL DE Niederländisch Deutsch Übersetzungen für losmaken
losmaken (Verb)
1
losbinden (v)
to loosen, as something interlaced or knotted, knoop, gevangene, algemeen
3
freimachen (v)
bevrijden
4
aufknöpfen (v)
knoop, kleding
5
losmachen (v)
to unfasten, to free from fastening or from restraint, kleding, gevangene, bevrijden
6
auspacken (v)
pak
7
aufmachen (v)
pak
8
befreien (v)
bevrijden
9
aufbinden (v)
knoop, algemeen
10
abtrennen (v)
algemeen